Inleiding

12-05-2024
'Je kunt namelijk niks in kinderen stoppen. Je kunt er alleen maar iets uithalen'
- Sjef Drummen-

Welke kennis heb ik opgedaan?

Onderwijzen is mijzelf onderwijzen. Onderwijzen is naar binnen kijken, want ik kan niet aan anderen leren wat ik mijzelf niet heb eigen gemaakt. En mijzelf onderwijzen is continu werken aan mijn pedagogische competenties, aan de relatie met mijn leerlingen, aan het bevorderen van hun autonomie zodat zij hun eigen competenties en capaciteiten kunnen ontdekken en ontwikkelen.

Deze bewustwording heb ik de afgelopen jaren talloze keren ervaren: bij leuke momenten, bij conflicten tussen en met leerlingen, bij mijn overleg met collega's, en bij contacten met ouders. Al deze ervaringen kan ik niet anders samenvatten dan met de woorden van D. Hamachek (1999): "Consciously, we teach what we know. Unconsciously, we teach who we are".

In Beroep 4 en nog steeds, tot op de dag van vandaag, heb ik mij verdiept en doe ik mijn uiterste best om een veilig klimaat te creëren - want alleen als ze zich veilig voelen kan het menselijk brein in staat zijn om te leren-, klassenmanagement, orde houden, structuur bieden, consequent zijn en misschien wel het belangrijkst van alles: investeren in een gezonde relatie met de leerlingen. Horen straffen hierbij? Ik herinner mij nog dat toen ik net begon met lesgeven op mijn school, ik heel boos werd op een leerling. Daarna heb ik lang nagedacht over hoe ik anders had kunnen reageren. Ik stelde mezelf toen als doel om werken aan het winnen van gezag. Gezag betekent dat een leerling er vrijwillig mee instemt dat ik grenzen stelt aan zijn vrije wil. Dit is mij aardig gelukt.

Tot nu toe heb ik lesgegeven aan leerlingen van alle doelgroepen van het voortgezet onderwijs: praktijkonderwijs, vmbo, havo, vwo en ISK. Deze leerlingen hebben mij geleerd dat in het onderwijs nooit volledig op strakke regels kan worden vertrouwd, omdat je dan juist de openheid verliest die nodig is voor pedagogische interactie. Soms doen zich momenten voor in de klas waarbij ik niet precies weet hoe te handelen. Dit beschrijft Van Manen (2014) als de kern van de pedagogische dimensie van het leraarschap, 'weten wat te doen wanneer je niet weet wat te doen'. Ik zal dit verder uitleggen aan de hand van voorbeeld 1.

Hoe heb ik dat toegepast in de praktijk?

Bij het leven horen doelen en dromen. Het is niet zozeer de moeite waard om ze te bereiken als wel om ze te hebben, ze aan te passen en ermee door te gaan. Ik heb vooral het afgelopen jaar mijn opgedane kennis hierbovengenoemd dagelijks toegepast.

Ik ben soms streng, maar alleen als ik dat het voel, dan ben ik authentiek en merk ik dat ik serieus genomen word door de leerlingen. Ik ben meestal vriendelijk als ik hen attendeer op hun gedrag, als ik hen aanspreek bij ongewenst gedrag. Dit heb ik te danken aan mijn trainingen over verbindende communicatie. Ik plan de lessen zodanig dat er tijd is voor korte en individuele gesprekken met hen. Naast Spaans geef ik Biologie/Groen en Zorg en Welzijn. Die keuze heb ik zelf gemaakt zodat mijn leerlingen verschillende facetten van mij zien en mij beter kunnen leren kennen, en ook andersom. Ik organiseer verschillende activiteiten buiten de school voor deze vakken zodat wij ook in een andere context aan de relatie kunnen werken.

Mijn huidige leerlingenpopulatie van het Olympia College bestaat uit praktijkonderwijs- en ISK-leerlingen, ieder met hun eigen rugzakje. Zij vragen van ons extra aandacht qua structuur, duidelijkheid en orde houden. Mijn werkplekbegeleider zegt soms dat wij - de docenten - de enige 'normale' volwassenen zijn die zij kennen, wat aangeeft dat wij en grote taak hebben als het gaat om opvoedkundig en pedagogisch handelen. Er waren zeker momenten waarop ik het niet meer zag zitten, en om mijn gevoelens hierover beter te beschrijven, deel ik onderstaand verhaal dat dit weerspiegelt:

Er werd verteld dat in de Balkanoorlog een groep vluchtelingen samen met twee soldaten uit het conflictgebied naar de grens vluchtte, op zoek naar een veilig gebied. Toen ze langs een volledig verwoest dorp kwamen, rende plotseling een jonge vrouw uit de ruïnes van een huis en vroeg om hulp.

Verborgen in de ruïnes was een oude man met een drie maanden oude baby en een achtjarige jongen. De jonge vrouw, Jelena, vroeg of ze allemaal bij de groep vluchtelingen mochten komen. Toen de twee soldaten de oude man zagen, dachten ze dat hij hen te veel zou afremmen, wat voor iedereen gevaarlijk kon zijn. Na over de situatie te hebben nagedacht, stemden de soldaten er uiteindelijk mee in om haar toe te laten in de groep op één voorwaarde: ze zouden haar helpen met haar baby, maar de vrouw, de oude man en de jongen moesten voor zichzelf zorgen.

Ze berekenden dat ze in vier dagen een veilige regio zouden kunnen bereiken. De oude man hield de eerste twee dagen amper het tempo vol. Maar op de derde dag begon zijn geest hem in de steek te laten, hij begon te denken dat hij het niet meer aankon, dat het niet de moeite waard was om zoveel te lijden, dat het geen zin had door te gaan met vechten. Aan het einde van die derde dag viel de oude man uitgeput op de grond.Ze kwamen hem helpen, maar zijn fragiele geest had hem in de steek gelaten en zijn lichaam dat overal pijn had, wilde het opgeven. Hoe graag ze hem ook wilden helpen, hij was niet langer bereid zichzelf te helpen. Hij besloot op te geven en overtuigde iedereen ervan om zonder hem verder te gaan. Want als ze op hem wachtten, zou het gevaarlijk kunnen zijn. De oude man had besloten dat hij lang genoeg had geleefd. Hij wilde dat ze hem zouden achterlaten, zodat hij in vrede kon sterven. Jelena deed haar best om hem te overtuigen nog een laatste poging te doen, ze huilde hartverscheurend, ze smeekte hem uit alle macht. Maar ondanks haar smeekbeden had de oude man het al opgegeven.De wrede situatie was voor niemand prettig; ze moesten een beslissing nemen, ze konden hem niet dragen, maar ze konden ook niet op hem wachten. Het lawaai van de oorlog echode in de verte. Tenslotte was er geen andere optie: ze hervatten de mars en lieten de oude man achter onder de beschutting van enkele koude en natte rotsen.Ze begonnen allemaal weg te lopen van de arme man, maar plotseling keerde Jelena zich om met haar baby, legde hem in de armen van de oude man en keek hem met de grootst mogelijke vastberadenheid in de ogen en zei: "Hij is je kleinzoon. Het is jouw verantwoordelijkheid, en zijn leven hangt van jou af."Jelena had het heel moeilijk, haar hart zonk ineen toen ze zich omdraaide en begon te lopen om de groep in te halen. Haar vader begon naar haar te roepen, maar Jelena keek niet achterom, omdat ze de oude man geen kans wilde geven medelijden met zichzelf te krijgen. De jonge vrouw haalde de groep in en liep door, totdat ze eindelijk omkeek. Zijn oude vader was opgestaan ​​en liep langzaam met zijn kleinzoon in zijn armen richting de groep.

Ik ben een hooggevoelige doorzetter, daarom vertel ik mijzelf dit verhaal , wanneer ik begin te denken dat ik niet meer aankan.

Hoe wil ik mij nog verder ontwikkelen?

Ik wil blijven werken aan mijn orde houden, zoals geadviseerd door mijn werkplekbegeleider, en hierin diversen manieren uitproberen.

Op mijn school zijn we bezig met het introduceren en handhaven van een nieuw pedagogisch-didactisch beleid: het Doordacht Passend Lesmodel (DPL), maar er is nog een lange weg te gaan om dit goed van de grond te krijgen. Ik wil mij hiervoor inzetten, zowel voor mijn eigen ontwikkeling als docent als voor de professionalisering van mijn school.


Hamacheck D. (1999). Effective teachers: What they do, how they do it, and the importance of self-knowledge. State University of New York Press.

Manen van M. (2014). Weten wat te doen wanneer je niet weet wat te doen. Nivoz.

Teitler, P. (2013). Lessen in orde. Coutinho.


Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin