Vooruitblik
Een voorproefje van mijn toekomst als docent na mijn afstuderen.
Ik kijk ernaar uit om mijn studie af te ronden en me vervolgens volledig te wijden aan mijn persoonlijke en professionele groei. Dankzij mijn opleiding en bijna drie jaar werkervaring heb ik helder inzicht gekregen in mijn sterke punten, maar ook in mijn ontwikkelpunten. Ik heb duidelijk voor ogen waar ik wil groeien en welke projecten ik wil aangaan.
1. Mentor en coach
Aan het begin van dit schooljaar kreeg ik de vraag van mijn leidinggevende of ik mentor wilde worden. Snel ging ik grondig onderzoeken, zowel in de literatuur als bij mijn collega-mentoren, wat deze benaming betekent. Toen ik een helder beeld had van de taken van een mentor, was het voor mij duidelijk dat het mentorschap op dat moment geen slimme keuze was voor mij. Ik had al genoeg te doen met de ontwikkeling van de leerlijnen voor de vakken waarin ik lesgeef, en met het werken in verschillende teams op mijn school aan het bouwen van de visie en pedagogisch-didactisch handelen met het oog op onze doelgroep. Een taak van deze omvang zou te veel zijn geweest.
Ik heb toen voor gekozen om co-mentor te worden, en de verantwoordelijkheid te delen met een collega. Ik ben blij dat ik deze keuze heb gemaakt in het kader van zelfzorg, assertief gedrag, studie, privésituatie, etc. Toch zie ik het mentoraat als een enorme kans om mijn leerlingen beter te leren kennen, bij te dragen aan hun persoonsvorming en om zelf te groeien als mens en professional. Volgens Groothuis & Verkuyl (2008) zijn de taken van een mentor onder te verdelen in drie taakgebieden: leren leren (studievaardigheden), leren leven (psycho-sociale ontwikkeling) en leren kiezen (o.a. loopbaanontwikkeling en keuzebegeleiding). Ik realiseer me dus dat mentor zijn een continu, intensief en persoonlijk proces is. Daarom kijk ik ernaar uit om de opleiding af te ronden zodat ik me volledig kan focussen op deze verrijkende verantwoordelijkheid.
2. Praktische leerlijn Spaans
Het Olympia College in Rotterdam is een praktijkschool, wat wil zeggen dat onze leerlingen beter leren van praktijkervaringen dan van theorie. Daarom heb ik vanaf dag één besloten om geen lesmethode te gebruiken en mij in plaats daarvan te concentreren op waar de interesses en krachten van mijn leerlingen liggen voor het leren van een vreemde taal. Ik heb verschillende lessenseries ontwikkeld met praktische en betekenisvolle leerdoelen, waarvan we allemaal hebben geleerd, zowel de leerlingen als ikzelf. Deze ervaringen hebben mij doen inzien dat het leren van Spaans door middel van praktische opdrachten zoals koken, dansen, toneelspelen, tuinieren, handvaardigheid, spelletjes, enzovoort haalbaar is.
Voor het komende schooljaar wil ik een leerlijn maken met praktische opdrachten en diverse projecten voor het hele jaar, waarbij de leerlingen in ieder geval met alle zintuigen aan de slag kunnen, in plaats van alleen maar met hun brein. Hiervoor heb ik de ondersteuning van de school nodig, met name voor het gebruik van sommige praktijklokalen. Ik zal mijn best doen om dit voor elkaar te krijgen, hoewel het geen eenvoudige taak zal zijn gezien het gebrek aan professionele leiding en het tekort aan faciliteiten binnen mijn school.
3. Duurzaamheid:
Ik wil mij inzetten voor het verduurzamen van de school op diverse aspecten. Ik kan mezelf definiëren als iemand die elke dag milieubewuste keuzes maakt, en dit wil ik graag zichtbaar maken voor mijn leerlingen en collega's. Mijn plan is om een werkgroep van leerlingen en docenten te creëren waarin we samen nadenken en acties ondernemen om de school, als levende organisatie, duurzamer te maken. Omdat een van mijn beroepen chef-kok is, wil ik beginnen bij het soort eten dat verkocht wordt in de kantine en het verpakkingsmateriaal. Ook wil ik dit combineren met het realistischer en betekenisvoller maken van het Spaans. Ik kijk ernaar uit en ben benieuwd naar de reacties en resultaten.
4. Voortgezet speciaal onderwijs
Toen ik aan deze studie begon, bestond mijn motivatie uit het overbrengen van de Spaanse taal en cultuur op jongeren. Hoewel ik dit doel nog steeds voor ogen heb, heb ik de afgelopen jaren nagedacht over de relevantie ervan in deze tijd van veranderingen. Wat zouden jongeren moeten leren? Ik denk dat er een enorme behoefte is aan het aanleren van sociale en emotionele vaardigheden, waarbij het welbevinden van de leerlingen belangrijker is dan het beheersen van bepaalde kennis. Daarom wil ik ervaring opdoen in het speciaal onderwijs. Ik wil graag werken met kinderen en jongeren met speciale behoeften, hen zien in de breedste zin van het woord. Ik weet goed wat trauma's betekenen en wil graag toepassen wat ik hierin heb geleerd in het omgaan met deze speciale kinderen.
Groothuis M. ; Verkuyl H. (2008). Mentor voor het voortgezet onderwijs. Gids voor een aanpak met visie. Uitgeverij Boom/Nelissen.