Inleiding

04-05-2024

In dit gedeelte zal ik aantonen waarom ik een bekwaam vakdidacticus ben.

Wanneer ik me verdiep in de literatuur zie ik dat de beschrijvingen van wat een vakdidacticus inhoudt uitgebreid en gevarieerd zijn. Voor mezelf vat ik de vakdidacticus samen als de leraar die de vakinhoud leerbaar maakt voor zijn leerlingen. Leerbaar in de ruimste zin van het woord, van het kiezen van de juiste werkvorm die past bij een bepaald lesdoel tot het opwekken van nieuwsgierigheid en idealiter enthousiasme bij de leerlingen, en ook bij zichzelf.

Een vakdidacticus kan onderwijs voorbereiden, uitvoeren en evalueren op een manier die past bij de leerlingen die hij/zij voor zich heeft. Dit zal ik verbeelden aan de hand van mijn drie gekozen voorbeelden.

Welke kennis heb ik opgedaan?

Gedurende de hele opleiding heb ik mezelf altijd dezelfde vraag gesteld: hoe? Hoe zorg ik ervoor dat bijvoorbeeld mijn 2mavo-klas uiteindelijk het verschil tussen ser en estar begrijpt?

De afgelopen jaren heb ik veel didactische kennis opgedaan, voornamelijk dankzij de vakdidactische modules maar ook door mijn eigen wens om de lesstof boeiend en begrijpelijk te maken. Ik heb geleerd om structuur aan te brengen in de les, consistent gedrag te vertonen, de zes rollen van de leraar toe te passen en leerdoelen te vertalen naar projecten en lessenseries (zie voorbeeld 1). Maar misschien wel de belangrijkste kennis die ik heb opgedaan is het begrijpen van het puberbrein en hoe dit leert. Hierbij heb ik ook mijn kennis over de executieve functies uitgebreid.

Hoewel ik hierin nog steeds moet groeien heb ik veel vooruitgang geboekt in differentiatie. Ik zie differentiatie als een recht dat elke leerling heeft en als een manier om te voldoen aan de drie basisbehoeften: relatie, competentie en autonomie (Deci & Ryan, 2000). Ik moet regelmatig denken aan de metafoor van de paardenbloem en de orchidee. Mijn lieve 8-jarige zoon is een typische orchidee; hij leert graag buiten en met zijn hele lichaam. Helaas is school niet één van zijn favoriete plekken. Door deze directe situatie thuis ben ik ook alerter geworden en harder aan het werk gegaan om recht te doen aan de orchideeën die ik tegenkom in mijn dagelijkse praktijk. Hierbij is neurowetenschap ook mijn bondgenoot, omdat zij interessante inzichten biedt over hoe het leerproces kan worden verbeterd.

Hoe heb ik dit toegepast in de praktijk?

Ik werk op een praktijkschool in Rotterdam-Zuid. Deze onderwijsvorm is bedoeld voor leerlingen die een orthopedagogische en orthodidactische benadering nodig hebben en die het zelfs met leerwegondersteuning niet zouden redden binnen het reguliere vmbo (Ginkel van M., 2009). Veel van onze leerlingen hebben allerlei soorten (thuis)problematiek die altijd tot leerproblemen leiden. Ze zijn snel afgeleid, vertonen regelmatig agressief gedrag, hebben vaak een laag zelfbeeld waardoor ze snel denken dat ze iets niet kunnen, hebben moeite met plannen en organiseren en vinden zelfstandig werken lastig. Met mijn kennis van de neurowetenschap en de uitvoerende functies, zoals planning en gedrag (Crone E., z.d.), ondersteun ik de leerlingen bijvoorbeeld met een duidelijke structuur, korte pauzes, leren via alle zintuigen en activiteiten buiten het klaslokaal (Bosada M., 2022). Zie voorbeeld 2.

Differentiatie pas ik op verschillende manieren toe, zoals: verlengde instructie, verschillende werkvormen, aandacht voor leervoorkeuren en het samenstellen van werkgroepen. Ik vraag voortdurend naar hun interesses via enquêtes of in de klas, zodat ik het lesmateriaal kan aanpassen aan hun behoeften. Het is een voordeel van het leren van vreemde talen, dat bepaalde thema's gemakkelijk te personaliseren zijn, zoals een grammaticales over het werkwoord gustar. Daarin leren zij de uitdrukking me gusta te gebruiken en te vertellen wat ze leuk vinden om in hun vrije tijd te doen. Op deze manier voldoe ik ook aan de drie basisbehoeften (Deci & Ryan, 2000) omdat we iets nieuws over onszelf leren. De leerlingen zien en ervaren dat zij zelf kunnen bepalen wat ze leren, en daardoor voelen ze zich zelfverzekerder in hun kunnen.

Wat betreft toetsen ben ik ook duurzaam en sterk gegroeid. De eerste toets die ik afnam was er één van de methode Paso Adelante die meteen niet echt goed aanvoelde. Daarna heb ik mij verdiept in het toetsen volgens het ERK en ben ik tevreden met de toetsen die ik zelf heb ontworpen. Ik moet ook zeggen dat de toets zelf voor de leerlingen minder spannend en ietsje fijner was (zie voorbeeld 3).

Hoe wil ik mij nog verder ontwikkelen?

Een kenmerk van onze leerlingen is dat zij graag praktische activiteiten uitvoeren, zoals koken, tuinieren of timmeren. Spaans en andere vreemde talen vallen op mijn school onder de theoretische vakken. Mijn doel is een leerlijn te ontwikkelen voor eerstejaars en tweedejaars Spaans, met vakoverstijgende praktische opdrachten om de taal levendig en realistisch te ervaren. Voorbeelden zijn:

  • Met Techniek & Engels: Project Kerstmis. Leerlingen maken verschillende kerstvoorwerpen en presenteren hun eindproducten in het Spaans en in het Engels.
  • Met Groen & Burgerschap: Milieubewustzijn. Context en betekenis geven aan het leren van werkwoorden. Project Cuido mi cole, waarbij docenten en leerlingen afval in en rondom school rapen.
  • Met DVZ: Koken, bediening, zelfzorg. Thema: Tapas, en el restaurante, en la peluquería, verbos reflexivos.

Voor de leerlingen die stage lopen wil ik onderzoeken of zij bepaalde opdrachten tijdens hun stage kunnen uitvoeren. Hiervoor moet ik nog overleggen met mijn collega-stagebegeleider die Spaans spreekt. Eventueel kan zij de voortgang van de leerlingen in het Spaans volgen. Dit is nog een idee dat we verder moeten bespreken om te zien of het haalbaar is. Maar beiden zijn wij hierover geënthousiasmeerd.

Verder wil ik me, zoals eerder aangegeven, specialiseren in formatief handelen en het effectief inzetten van ICT-leermiddelen.



Bosada M. (2022). Neurociencia, ¿una aliada para mejorar la educación?. Educaweb. Geraadpleegd op 02-04-2024 van https://www.educaweb.com/noticia/2019/01/10/neurociencia-aliada-mejorar-educacion-18676/

Crone E. (z.d.). Het puberbrein. Universiteit Leiden. Geraadpleegd op 02-04-2024 van https://www.universiteitleiden.nl/wetenschapsdossiers/brein-en-gedrag-in-ontwikkeling/themas

Deci E. & Ryan R. (2000). Self-determination theory and the facilitation of intrinsic motivation, social development, and well-being. American Psychologist.

Ginkel van M. (2009). Het effect van multimediagebruik op het leren van vaardigheden in het Praktijkonderwijs. Onderzoeksstage Onderwijskunde RuG.

Rijksoverheid. (z.d.). Hoe wordt mijn kind toegelaten tot het praktijkonderwijs (pro)? Geraadpleegd op 02-04-2024 van https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/passend-onderwijs/vraag-en-antwoord/hoe-wordt-mijn-kind-toegelaten-tot-het-praktijkonderwijs

Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin